Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Joas daarentegen zeide tot allen, die bij hem stonden: Zult gij voor de Baal [48]twisten; zult gij hem verlossen? Die voor hem [49]zal twisten, zal nog dezen morgen gedood worden! Indien hij een god is, hij twiste [50]voor zichzelven, omdat men zijn altaar heeft omgeworpen. 48. Pleiten, rechten. Alzo in het volgende. 49. Dat is, wie wijders zijn zaak meer zal durven opnemen en daarvoor spreken. Het schijnt dat Joas tevoren, door menselijke zwakheid, des volks boosheid heeft toegegeven, maar nu door deze goddelijke openbaring gesterkt zijnde, recht daartegen gaat. 50. Of, hij rechte tegen hem [Gideon] dat hij, enz.